Hallo wereld!

Doel

Je zal met BlueJ je eerste Java code schrijven en uitvoeren. Je maakt een heel eenvoudige applicatie die de woorden "Hallo wereld!" toont. Je zal leren hoe je een klasse aanmaakt en een methode aan de klasse toevoegt. Vervolgens maak je een object van de klasse en roep je de methode aan die "Hallo wereld!" toont.

Aan de slag

1. Een klasse aanmaken

Alle uitvoerbare code in Java wordt in klassen ondergebracht. Een klasse is een logisch samenhorende verzameling van gegevens en gedrag. Stel dat je een game hebt met een pratende papegaai. Dan zal de klasse "papegaai" de code bevatten om de papegaai te laten praten alsook gegevens over de locatie van de papegaai. Voor deze opdracht gaan we een papegaai alvast laten praten. Om te beginnen moeten we een klasse "pratende papegaai" aanmaken. Een nieuwe klasse maak je in BlueJ aan met de knop New Class...

De naam van de klasse wordt pratende papegaai, in het Engels, want Java code schrijven we in het Engels. Ken je de vertaling van een woord niet, gebruik dan Google Translate: http://translate.google.com/#nl/en/pratende%20papegaai. Namen van klassen schrijven we in PascalCase. Dat wil zeggen zonder spaties en met de eerste letter van elk woord met een hoofdletter.

2. Een methode toevoegen

We hebben nu een klasse voor de papegaai, nu moeten we hem nog doen praten. Als je de klasse dubbelklikt, zie je de code van de klasse. BlueJ heeft al enkele methodes toegevoegd maar die hebben we niet nodig.

Verwijder alle code voor de woorden public class en tussen de eerste { en laatste }.

CODE

// Alle code hierboven mag wegpublic class TalkingParrot { // Verwijder ook alle code hiertussen}

We gaan nu onze eigen eenvoudige methode toevoegen. Een methode definieer je als volgt:

METHODE

public class TalkingParrot { public void sayHelloWorld() { // hier komt de logica van de methode }}

De public vooraan wil zeggen dat alle andere klassen de methode mag aanroepen. Daarna volgt het return type van de methode. Daar komen we later nog op terug. Onze methode geeft niets terug en dus gebruiken we het return type void. Dan komt de naam van de methode, sayHelloWorld in dit voorbeeld. Net zoals de namen van klassen schrijven we de namen van methodes zonder spaties, maar in camelCase in plaats van in PascalCase. Het verschil is dat de eerste letter van de methode een kleine letter is in plaats van een hoofdletter. De naam van de methode wordt gevolgd door haakjes, die aangeven dat het om een methode gaat. Tussen deze haakjes staan eventuele parameters, maar ook dat is voer voor een volgende opdracht. De methode zal de papegaai "Hallo wereld!" laten zeggen. Dus noemen we de methode "zeg hallo wereld", maar dan in camelCase en in het Engels uiteraard: sayHelloWorld

3. Tekst tonen op het scherm

We gaan de methode de woorden "Hallo wereld!" laten tonen. Daarvoor moeten we een methode van een ander object aanroepen. Het object waarmee je tekst kunt tonen op het scherm is System.out. En de methode om de tekst te tonen is println. De methode println verwacht één parameter: de tekst die je wil tonen. Tekst schrijf je tussen dubbele aanhalingstekens: "hier komt de tekst". Om een methode op een object aan te roepen gebruik je een punt. Parameters van de methode schrijf je tussen haakjes. Tenslotte sluit je af met puntkomma. Samen wordt dit:

TEKST TONEN

public class TalkingParrot { public void sayHelloWorld() { System.out.println("Hallo wereld!"); } }

4. Compileren

Java is een gecompileerde taal. Dat wil zeggen dat je Java code eerst naar bytecode moet worden omgezet alvorens ze door de computer kan worden uitgevoerd. In BlueJ is dit zo gemakkelijk als op de Compile knop klikken. Klik op de knop. Als alles goed gaat zou je onderaan de boodschap "Class compiled - no syntax errors" moeten zien. Zoniet verschijnt er een foutboodschap wat er precies mis is. Vraag om hulp voor het oplossen van eventuele fouten. Sluit je klasse met de Close knop als alles in orde is.

5. Je code uitvoeren

Code wordt steeds uitgevoerd op een object. Een object is een concrete instantie van een klasse. Vergelijk het met dierensoorten en welbepaalde dieren. Zo is papegaai een dierensoort en Coco een dier van de soort papegaai. Zo zijn objecten ook van een bepaalde klasse. Een object van een klasse aanmaken in BlueJ doe je door rechts te klikken op de klasse en vervolgens "new ...()" te kiezen. Indien je deze optie nog niet ziet, kies dan eerst voor "Compile".

Er wordt gevraagd om je object een naam te geven. Noem onze papegaai "coco". Net zoals methodes schrijf je de namen van instanties in camelCase. Onderaan verschijnt een rood blok dat het nieuwe object voorstelt. Nu kun je de code uitvoeren. Rechtsklik het object en kies "void sayHelloWorld()".

Als alles goed gaat zie je nu een venster met de woorden "Hallo wereld!" verschijnen.

Proficiat! Je hebt net je eerste Java code geschreven en uitgevoerd.